Page 8
Page 8
‘De verbazingwekkende toename van de middelen in onze tijd, het aanpassingsvermogen en de precisie die zij hebben bereikt, de ideeën en gewoonten die zij introduceren, geven ons de zekerheid dat er in de naaste toekomst zeer ingrijpende veranderingen op til zijn in het ouderwetse ambacht van het schone.’
Page 8
‘We moeten bedacht zijn op zulke grote vernieuwingen dat ze de gehele techniek van de kunsten omvormen, daardoor de artistieke inventie zelf beïnvloeden en ten slotte misschien zelfs het begrip kunst op de meest fantastische manier veranderen.’
Page 10
‘Het kunstwerk is in principe altijd reproduceerbaar geweest. Wat mensen maakten, kon altijd door mensen worden nagemaakt. Replica’s werden vervaardigd door leerlingen om zich te oefenen in de kunst, door meesters om hun werken te verbreiden, en ten, door op winst beluste derden.’
Page 10
‘Met de houtsnede werd voor het eerst de grafische kunst technisch reproduceerbaar.’
Page 10
‘Met de lithografie bereikt de reproductietechniek een fundamenteel nieuwe fase.’
Page 10
‘Door de lithografie was de grafische kunst in staat het leven van alledag met illustraties te begeleiden.’
Pages 10 and 11
‘Met de fotografie werd de hand voor het eerst in het proces van de reproductie van beelden ontheven van de belangrijkste artistieke taken . Vanaf nu vielen die enkel aan het in de lens kijkende oog toe. Omdat het oog sneller registreert dan de hand tekent, werd het proces van beeld reproductie zo enorm versneld, dat het gelijke tred kon houden met het spreken.’
Page 11
‘Omstreeks negentienhonderd had de technische reproductie niet alleen een niveau bereikt waarop zij het geheel van traditionele kunstwerken tot haar object begon te maken en hun werking aan de meest diepgaande veranderingen begin te onderwerpen, maar had ze ook een eigen plaats onder de artistieke procedés veroverd.’
Page 11
‘Zelfs aan de meest volmaakte reproductie ontbreekt een ding: het hier en nu van het kunstwerk — zijn unieke bestaan op de plaats waar het zich bevindt.’
Page 11
‘Tot die geschiedenis behoren zowel de veranderingen die het kunstwerk in de loop van de tijd in zijn fysieke structuur heeft ondergaan, als de veranderingen in de eigendom die zich kunnen hebben voorgedaan.’
Page 12
‘Veranderingen in de eigendom maken deel uit van een overlevering, die alleen kan worden nagegaan vanaf de standplaats waar het origineel zich nu bevindt.’
Page 12
‘Het hier en nu van het origineel maakt het begrip van de echtheid ervan uit.’
Page 12
‘De gehele sfeer van de echtheid onttrekt zich aan de technische — en natuurlijk niet alleen de technische — reproduceerbaarheid. Terwijl het echte werk tegenover de met de hand vervaardigde reproductie, die door dit echte werk in de regel als vervalsing werd bestempeld, zijn volle gezag behoudt, is dat tegenover de technische reproductie echter niet het geval.’
Page 12
‘Ten eerste blijkt de technische reproductie tegenover het origineel zelfstandiger dan de manuele reproductie. Zij kan bijvoorbeeld in de fotografie aspecten van het origineel nar voren halen die alleen toegankelijk zijn door de lens, die verstelbaar is en haar standpunt willekeurig kan kiezen, maar niet voor het menselijke oog.’
Page 12
‘Ten tweede kan technische reproductie de kopie van het origineel in situatie brengen die voor dat origineel zelf onbereikbaar zijn. Zij maakt het mogelijk dat het originele de beschouwer tegemoet komt.’
Page 13
‘Wat in het tijdperk van de technische reproduceerbaarheid van het kunstwerk wegkwijnt, is de aura ervan.’
Page 15
‘Het uitpellen van het voorwerp uit zijn omhulling, de vergruizing van de aura, is de signatuur van een waarneming, wier ‘zintuig voor het gelijksoortige in de wereld’ zodanig is gescherpt day zij het door de reproductie zelfs aan het unieke onttrekt’
Page 15
‘De afstemming van de realiteit op de massa’s en van de massa’s op de realiteit is een proces van immense draagwijdte zowel voor het denken als voor de zintuiglijke waarneming.’
Page 16
‘De uniciteit van het kunstwerk kan niet los worden gezien van zijn inbedding in de samenhang van de traditie. Deze traditie zelf in ongetwijfeld iets heel levens, iets buitengewoon.’
Page 16
‘Maar waarmee beiden op dezelfde wijze werden geconfronteerd, was de uniciteit van dit beeld, dat wil zeggen: zijn aura. De wijze waarop het kunstwerk oorspronkelijk in de samenhang van de traditie was ingebed, vond haar uitdrukking in de cultus.’
Page 16
‘De unieke waarde van het ‘authentieke’ kunstwerk is gefundeerd in het ritueel, de bron van zijn oorspronkelijke en eerste gebruikswaarde.’
Page 16
‘De definitie van de aura als ‘eenmalig verschijning van een verte, hoe nabij zij ook is’, betekent niets anders dan de cultuswaarde van het kunstwerk geformuleerd in de categorieën van de tijdruimtelijke waarneming.’
Page 17
‘De technische reproduceerbaarheid van het kunstwerk emancipeert het voor de eerste maal in de wereldgeschiedenis van zijn parasitaire afhankelijkheid van het ritueel. Het gereproduceerde kunstwerk wordt in steeds toenemende mate de reproductie van een omwille van de reproduceerbaarheid ontworpen kunt.’
Page 18
‘Op het ogenblik echter dat de maatstaf van de echtheid niet langer op de kunstproductie van toepassing is, is ook de gehele sociale functie van de kunst ondersteboven gehaald. In de plaats van haar fundering op het rituele komt haar fundering op een andere praktijk: namelijk haar fundering op de politiek.’
Page 20
‘In de fotografie begint de tentoonstellingswaarde de cultuswaarde over de hele linie terug te dringen.’ ‘Doordat het tijdperk van haar technische reproduceerbaarheid de kunst van haar cultische fundament losmaakt, hield de schijn van haar autonomie voorgoed op te bestaan.’
Page 22
‘Had men voorheen veel vergeefse scherpzinnigheid verspild aan de beantwoording van de vraag of de fotografie een kunst was — zonder de vraag die daaraan voorafgaat te hebben gesteld: of niet door de uitvinding van de fotografie het karakter van de kunst als geheel was veranderd — toch wierpen de filmtheoretici zich al gauw op dezelfde overhaaste vraagstelling.’ ‘De beeldtaal is nog niet tot rijpheid gekomen, omdat onze ogen zich er nog niet aan hebben aangepast.’
Page 22
‘Franz Werfel stelt vast dat het ongetwijfeld het steriele kopiëren van de buitenwereld met haar straten, interieurs, stations, restaurants, auto’s en stranden is, dat tot nu toe de hoge vlucht van de film naar het rijk der kunst in de weg heeft gestaan. ‘De film heeft zijn ware betekenis nog niet gevonden, zijn werkelijk mogelijkheden nog niet gerealiseerd [...]. Ze bestaan in zijn unieke vermogen, met natuurlijke middelen en onvergelijkelijke overtuigingskracht het sprookjesachtige, wonderlijke, bovennatuurlijke tot uitdrukking te brengen.’
Page 23
‘De artistieke prestatie van een toneelspeler wordt definitief door deze acteur in eigen persoon aan het publiek gepresenteerd; de artistieke prestatie van de filmacteur daarentegen wordt aan het publiek gepresenteerd door een apparaat.’
Page 23
‘Het apparaat dat de prestatie niet als een integraal geheel te respecteren’
Page 23
‘Hij omvat een zeker aantal bewegingen die in werkelijkheid bewegingen van de camera zijn.’
Page 23
‘Omdat hij zijn prestatie niet zelf aan het publiek toont, niet de kans krijgt die de toneelspeler wel heeft, om de prestatie tijdens de voorstelling aan het publiek aan te passen.’
Page 23
‘Het publiek leeft zich slechts in zoverre in de acteur in, als het zich in het apparaat inleeft. Het neemt dus de positie van de camera in: het publiek test.’
Pages 23 and 24
‘Daarmee staat het onderscheid tussen auteur en publiek op het punt zijn principiële karakter te verliezen. Het wordt een functioneel, van geval tot geval wisselend onderscheid. De lezer staat te allen tijde klaar om schrijver te worden. Als deskundige, die hij in een uiterst gespecialiseerd arbeidsproces — of hij wilde of niet — moest worden, al is het slechts als deskundige van een ondergeschikte verrichting, krijgt hij toegang tot het schrijverschap.’
Pages 28 and 29
‘De schilder neemt in zijn werk een natuurlijk afstand tot het gegeven in acht, de cameraman daarentegen dringt diep in het weefsel van de werkelijkheid binnen. Er is een kolossaal verschil tussen de beelden die beiden veroveren. Dat van de schilder is een totaalbeeld, dat van de cameraman een in vele stukken gebroken beeld, waarvan de delen volgens een nieuwe wet worden samengevoegd.’
Page 31
‘Aldus is de filmische uitbeelding van de werkelijkheid voor de hedendaagse mens onvergelijkelijk belangrijker dan die van de schilder, omdat ze juist vanwege de intensiefste doordringing van de werkelijkheid met het apparaat een aanblik van de werkelijkheid verschaft die vrij is van alle apparatuur. En dat is wat we van een kunstwerk mogen verlangen.’
Pages 31 and 32
‘Hoe meer namelijk de maatschappij betekenis van een kunstvorm afneemt, des te meer vallen — zoals duidelijk blijkt in het geval van de schilderkunst — de kritische en de genietende houding in het publiek uiteen.’
Pages 32
‘De kenmerkende eigenschappen van de film liggen niet alleen in de wijze waarop de mens zichzelf aan het opnameapparaat presenteert, maar ook in de manier waarop hij met behulp van dit apparaat de wereld om hem heen weergeeft.’
Pages 33
‘Een van de belangrijkste taken van de kunst is altijd het scheppen van een vraag geweest, waaraan pas later volledig kan worden voldaan. De geschiedenis van iedere kunstvorm kent kritische perioden, waarin zo’n kunstvorm uit is op effecten die pas ten volle kunnen worden bereikt bij een veranderde technische standaard, dat wil zeggen in een nieuwe kunstvorm. Hierdoor ontstonden, vooral in de zogeheten vervalperioden, extravaganties en grofheden in de kunst, die in werkelijkheid voorkomen uit de kern van haar rijkste historische energieën.’
Pages 36
‘Vergelijken we het scherm waarop de film zich ontrolt met het doek van het schilderij. Het laatste nodigt de beschouwer uit tot contemplatie; staande voor het schilderij kan hij zich overgeven aan de loop van zijn associaties. Bij het filmbeeld is dat niet mogelijk. Nauwelijks heeft zijn oog de scene gevat, of zij is al weer veranderd. Het beeld kan niet worden stilgezet.’
Pages 38
‘Kwantiteit is in kwaliteit omgeslagen: de enorm toegenomen massa deelnemers heeft een verandering in de wijze van deelname voortgebracht.’
Pages 39
‘Het is, zoals men ziet, in de grond van de zaak de oude klacht: de massa’s zoeken verstrooiing, terwijl de kunst van de beschouwer concentratie verlangt.’
Pages 39
‘Verstrooiing en concentratie vormen een tegenstelling die als volgt kan worden geformuleerd: iemand die zich ten overstaan van een kunstwerk concentreert, dompelt zich daarin onder; hij gaat in dit werk binnen, zoals volgens de legende een Chinese schilder deed toen hij zijn voltooide schilderij bekeek. De verstrooiing massa neemt het kunstwerk daarentegen in zich op.’