Page 27
Oorsprong betekent hier datgene van waaruit en waardoor iets is wat het is en hoe het is. Dat wat iets is en hoe het is, noemen we zijn wezen. De oorsprong van iets is de herkomst van zijn wezen. De oorsprong van iets is de herkomst van zijn wezen.
Page 27
Volgens de gangbare voorstelling ontstaat het werk uit en door de werkzaamheid van de kunstenaar. Maar waardoor en vanwaar is de kunstenaar wat hij is? Door het werk. Want dat ‘een werk de meester loof’ betekent dat pas uit het werk blijkt dat de kunstenaar een meester is in de kunst. De kunstenaar is de oorsprong van het werk. Het werk is de oorsprong van de kunstenaar. Geen van beide is zonder de ander. Toch is het ook niet zo dat een van beide alleen de andere draagt. Kunstenaar en werk zijn ieder voor zich en in hun onderlinge relatie krachtens een derde dat het eerste is, namelijk krachtens datgenen waar kunstenaar en kunstwerk hun naam aan ontlenen: de kunst.
Page 27
Net zo noodzakelijk als de kunstenaar op een andere manier de oorsprong is van het werk, als het werk de oorsprong is van de kunstenaar, is de kunst op nog weer andere manier de oorsprong van zowel kunstenaar als werk. Maar kan de kunst eigenlijk wel een oorsprong zijn? Waar en hoe is er zoets als ‘de kunst’? Kunst, dat is alleen nog maar een woord, waaraan niets werkelijks meer beantwoordt. Kunst geldt hoogstens als een verzamelbegrip waarin we onderbrengen wat er alleen werkelijk aan is: de werken en de kunstenaars. En zelfs als het woord kunst meer zou beteken dat zo’n verzamelbegrip, dan nog zou wat ermee wordt bedoeld alleen kunnen bestaan op grond van de werkelijkheid van werken en kunstenaars.
Pages 27 and 28
Hoe de beslissing ook uitvalt, de vraag naar de oorsprong van het kunstwerk leidt tot de vraag naar het wezen van de kunst. Maar omdat open moet blijven of hoe er zoiets is als ‘de kunst’, zullen we het wezen van de kunst daar proberen te vinden waar ze ongetwijfeld werkelijk heerst.
Page 28
Wat kunst is moet op te maken zijn uit het werk. Maar wat het werk is kunnen we alleen vanuit het wezen van de kunst ervaren.
Page 28
Niet alleen is de voornaamste stap van werk naar kunst als stap van kunst naar werk een cirkel, maar elke afzonderlijke stap die we proberen te zetten cirkelt rond in die cirkel.
Page 28
Om het wezen van de kunst te vinden, die werkelijk in het werk heerst, zoeken we het werkelijke werk op en vragen het werk wat en hoe het is.
Page 28
Kunstwerken uit allerlei tijdperken en van de meest uiteenlopende volkeren zijn in verzamelingen en tentoonstellingen ondergebracht. Als we de werken in hun onaangetaste werkelijkheid bezien, en onszelf daarbij niets wijsmaken, blijken kunstwerken net zo natuurlijk voorhanden te zijn als welke dingen ook.
Page 28
Alle werken hebben dit dingachtige. Wat zouden ze zonder dat zijn?
Page 30
Allegorie en symbool: dat zijn de begrippen waarop de karakterisering van het kunstwerk sinds jaar en dag is georiënteerd. Maar dit ene aspect van het werk dat iets anders openbaart, dit ene dat met iets anders in contact brengt, is het dingachtige in het werk. Het lijkt bijna alsof het dingachtige in het kunstwerk de onderbouw is waarin en waarboven op het andere en eigenlijke gebouwd is. En is het niet dit dingachtige van het werk wat de kunstenaar met zijn handwerk eigenlijk maakt?
Page 30
Wij willen liefst de onmiddellijke en volle werkelijkheid van het kunstwerk treffen, want alleen zo vinden we daarin ook de werkelijke kunst. Dus moeten we allereerst het dingachtige van het werk voor ogen krijgen. Daarvoor is nodig dat we duidelijk genoeg weten wat een ding is. Alleen dan kan gezegd worden of het kunstwerk een ding is, zij het een ding waaraan nog iets anders vastzit; dan pas kan worden beslist of het werk in de grond van de zaak iets anders is, en nooit een ding.